Grondslagen begroting
Dit hoofdstuk bevat de grondslagen en kaders waarlangs de begroting 2021-2024 is uitgewerkt. Hierbij gaat het onder meer om de te hanteren indexpercentages, prognoses over woningbouwontwikkeling en belastingen en tarieven.
Omschrijving | Grondslag |
---|---|
Lonen (incl. sociale lasten) | 2,59% ten opzichte van de begroting 2020 |
Prijzen | 1,5% ten opzichte van de begroting 2020 |
Subsidies | 2,26% ten opzichte van de begroting 2020 |
Gemeenschappelijke regelingen | 2,26% ten opzichte van de begroting 2020 1,5% ten opzichte van de begroting 2020 |
Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting | 1,5% ten opzichte van de begroting 2020 |
Parkeerbelasting / naheffingsaanslagen parkeerbelasting | 20,5% ten opzichte van de begroting 2020 / € 63,50 |
Toeristenbelasting | afhankelijk van besluitvorming door de raad € 2,- |
Overige belastingen | 1,5% ten opzichte van de begroting 2020 |
Leges en Tarieven | Kostendekkend |
Rekenrente | 1,75% |
Rente grondexploitaties | 1,5% |
Omschrijving | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Woningen | 69.527 | 70.417 | 71.637 | 73.150 |
Inwoners | 157.940 | 159.720 | 162.160 | 165.186 |
Lonen, prijzen en subsidies
Op 17 augustus 2020 heeft het Centraal Plan Bureau een augustusraming gepubliceerd met vooruitzichten 2020 en 2021. Daarin stonden bijgestelde ramingen van de indices die onze gemeente gebruikt voor het opstellen van de begroting. Deze indices hebben wij overgenomen. Zowel de loonindex als de prijsindex zijn lager dan de eerdere raming in het Centraal Economisch Plan 2020 (maart 2020).
Voor de loonindex is uitgegaan van de loonvoet sector overheid. Deze is 1,9% voor 2021. Samen met de doorwerking van de CAO 2020 komt de index 2021 ten opzichte van de begroting 2020 uit op 2,59%. Voor de prijsindex is uitgegaan van de prijs netto materiële overheidsconsumptie. Deze is 1,5% voor 2021.
De verhoging van de subsidies en gemeenschappelijke regelingen is een afgeleide van de loonstijging en de prijsstijging. Hierbij telt de loonstijging voor 70% en de prijsstijging voor 30% mee. Voor 2021 betekent dit een stijging van 2,26%.
Belastingen
De tarieven parkeerbelasting worden verhoogd met 20,5% en worden afgerond op 5 eurocent. Naheffingen worden niet hoger dan kostendekkend vastgesteld. De naheffing bedraagt € 63,50, een verhoging € 5,50 ten opzichte van 2020. Dit is het gevolg van een geactualiseerde toerekening van de kosten.
De toeristenbelasting wordt in 2021 niet geïndexeerd, maar er komt een gedifferentieerd tarief conform het aangenomen amendement A. Tevens wordt een nieuwe watertoeristenbelasting ingevoerd en wordt het havengeld voor de (rivier)cruises verhoogd.
Voor de onroerendezaakbelasting (OZB) en overige belastingen worden de opbrengsten verhoogd met de prijs netto materiële overheidsconsumptie uit de CEP-raming 2019 van het Centraal Plan Bureau. Dat is voor 2020 1,5%.
Leges en tarieven
Voor leges en tarieven geldt als uitgangspunt 100% kostendekkendheid, tenzij andere afspraken zijn gemaakt.
Rekenrente
Door de aanhoudend dalende rente op de geld- en kapitaalmarkten wordt de interne rekenrente verlaagd van 2,0% naar 1,75% vanaf 2021. Hiermee blijft de rekenrente binnen de marges die het Rijk via de BBV-regelgeving voorschrijft. De lagere rente zorgt ook voor een daling van de kapitaallasten in de begroting. Hierdoor wordt minder rente aan de tarieven voor afval, riolen en begraafplaatsen doorberekend. Dit heeft een neerwaarts effect op de tarieven voor de inwoners van Zaanstad.
Ontwikkeling inwoners en woningen
De ontwikkeling van het aantal inwoners en woningen zijn belangrijke parameters in de verdeling van de algemene uitkering en dus ook voor het aandeel van de gemeente Zaanstad. Deze cijfers zijn daarnaast het uitgangspunt bij de berekening van de algemene uitkering, opbrengst onroerendezaakbelastingen en opbrengsten bouwleges.